Het brouwproces in het kort
Het brouwproces in een notendop deel 1.
Bierbrouwen komt in het kort neer op het omzetten van suikers in alcohol.
Hoe werk dat?
Bier is een alcoholol bevattende vloeistof. Deze drank wordt gemaakt van water, gerst, hop en gist.
De gerst die gebruikt wordt is van te voren geweekt in water om het kiemen te starten. Kiemen is het begin van het groeien van de gerstekorrel die als zaad van de gersteplant geoogst is. Als de gerstekorrel begint te groeien en worteltjes begint te vormen, wordt deze groei direct gestopt als de wortels 1-2 millimeter groot zijn. Nu wordt de gerst gedroogd in een oven en noemt men de gerst geen gerst meer maar mout of gerstemout. Mout kan op verschillende temperaturen geroosterd en gedroogd worden waarbij de mout varieert van kleur en smaak. Hoe langer de gerst gebrand wordt, hoe donkerder de kleur en hoe scherper de smaak. Mout bevat naast andere bestanddelen onder andere ook suiker. Om de suiker uit de gertekorrel te krijgen wordt de mout eerst gemalen. Bij het malen wordt het binneste van de korrel vermalen en moet geprobeerd worden het vliesje van de gerstekorrel zo heel mogelijk te houden. Waarom vertel ik verderop.
De gemalen mout wordt nu in water in stappen verwarmd, waarbij iedere temperatuur een andere eigenschap heeft. Dit verwarmen in stappen heet maisschen. Het maischen kan er bijvoorbeeld zo uit zien. 10 minuten op 35 graden, 15 minuten op 45 graden, 30 minuten op 60 graden etc. De maximum temperatuur voor te brouwen is rond de 80 graden. Tijdens dit verwarmen worden onder andere de meeste suikers opgelost in het brouwsel.
Foto van een brouwketel met mout (maischen)
Het brouwproces in een notendop deel 3.
Here you'll create or edit a custom page for your Web site.
Het brouwproces in een notendop deel 2.
Het water met daarin de gemalen gerstemout noemt met wort. Als met het verwarmen alle (of de meeste) suiker is opgelost in de wort moet de gerstemout gescheiden worden van het zoete water. Dit scheiden kan gebeuren met een zeef of met een hevelfilter. In beide gavallen vormen de heel gebleven gerstekorrel vliesjes een natuurlijk filter. De vloeistof wordt afgetapt en is in het begin heel troebel omdat alle gemalen gerst in de vloeistof dwarrelt. De vloeistof wordt na het aftappen net zolang voorzichtig teruggegoten en opnieuw afgetapt totdat de vloeistof helder is. Dit helder worden komt door het filterbed van de vliesjes.
Een zeef kan gemaakt worden van twee emmers, waarvan er één geen bodem heeft, die in elkaar gestopt worden met daartussen horregaas als filter. De emmer zonder bodem gaat in de emmer met bodem.
Een hevelfilter is een in een spiraal gebogen buis met een stijgbuis die op de bodem van de emmer of ketel geplaatst wordt. Het gedeelte op de boden van de ketel of emmer is voorzien van kleine gaatjes van 1 tot 2 millimeter groot. Het gedeelte welke boven de rand van de ketel of emmer uitkomt is voorzien van een slang. Door nu aan de slang te zuigen tot de vloeistof over de rand komt kan de vloeistof afgetapt worden. De slang is net als de onderste emmer voorzien van een aftap kraantje.
Foto van de eiwitkegel in de gekookte wort.
This is one of my favorite images
